Voorgesteld dekkingsplan
Mutaties Voorjaarsnota 2020
In de Programmabegroting 2020 met bijbehorende meerjarenraming 2021-2023 en de 1e bestuursrapportage 2020, de Voorjaarsnota 2020, zijn de volgende saldi gepresenteerd voor het komende begrotingsjaar 2021. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn in onderstaande opsomming een aantal soortgelijke mutaties samengevoegd. Voor een toelichting op deze mutaties wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2020.
Structurele mutaties uit voorjaarsnota 2020 | |
Omschrijving (-/- = nadeel) | Bedrag |
---|---|
Structureel saldo obv dekkingsplan 2020-2023 (begroting 2020) | -54.914 |
Hogere bijdrage RIEC | -11.678 |
Afvoer bedrijfsafval gemeentelijke gebouwen | -19.700 |
Chemievrij beheer sportvelden | -10.000 |
Onderhoud wegen (gevolgen PFAS) | -10.000 |
Onderhoud machinepark | -20.000 |
Overige kleinere bijstellingen | -7.374 |
Voorlopige effecten meicirculaire 2020 (AU Gemeentefonds) | 429.000 |
Totaal jaarlijkse structurele wijzigingen | 350.248 |
Structureel saldo 2021 na meicirc.2020 | 295.334 |
Na opstelling van de Voorjaarsnota 2020 zijn de cijfers voor het begrotingsjaar 2021 opnieuw geactualiseerd op basis van de meest recente gegevens in augustus 2020, inclusief de uitkomsten van de meicirculaire 2020. In september 2020 zijn de cijfers nogmaals geactualiseerd met de (zeer voorlopige) uitkomsten van de septembercirculaire 2020.
Het nieuwe dekkingsplan 2021-2024 en de toelichting daarop treft u aan op de volgende pagina’s. Dit dekkingsplan laat voor 2021 een iets lager structureel saldo zien. Ook in de jaren 2022 en 2024 verwachten we een positief saldo. Voor het jaar 2023 verwacht we een klein nadelig structureel saldo. Dit nadelig saldo wordt gedekt door de incidentele middelen.
Verwachte ontwikkelingen Voorjaarsnota
Daarnaast zijn er in de Voorjaarsnota een aantal ontwikkelingen genoemd, die zouden kunnen leiden tot een groter nadeel. Met de meeste daarin opgenomen ontwikkelingen is in deze begroting inmiddels rekening gehouden. Wij geven hier nog een korte toelichting op de in de Voorjaarsnota 2020 op pagina 23 genoemde nadelige ontwikkelingen van € 2,4 miljoen en of en hoe deze zijn verwerkt:
- Voor de herverdeling van het Gemeentefonds met ingang van 2022 was een nadeel ingeschat van € 375.000 structureel en cumulatief tot en met 2024. Op het moment van opstelling van deze begroting is er nog niet meer bekend dan ten tijde van het opstellen van de Voorjaarsnota 2020. Hiermee is daarom in de meerjarenraming nog geen rekening gehouden. In de risicoparagraaf is wel een bedrag hiervoor opgenomen.
- Voor het collectief vervoer was in juni de inschatting van stijgende kosten op basis van het eerste kwartaal 2020 gemaakt. Inmiddels zijn de werkelijke cijfers voor het leerlingen- en WMO-vervoer tot en met augustus 2020 bekend. Op basis daarvan schatten wij een lagere stijging van de bijdrage in. Vergeleken met de ruim ingeschatte begroting 2021 van gemeenschappelijke regeling, die een stijging voorspelde van € 300.000 voor deze beide vervoersstromen is een lagere bijdrage van € 170.000 geraamd. Het overige deel van de stijging betreffen de kosten voor het jeugdzorgvervoer. Deze worden rechtstreeks verrekend met de baten en lasten in het Sociaal Domein .
- Met extra huisvestingslasten voor het voortgezet onderwijs is rekening gehouden in het dekkingsplan voor het jaar 2023 .
- Ten opzichte van de Voorjaarsnota zijn er nog geen nieuwe ontwikkelingen rondom de toekomst van de haven van Walsoorden. Vooralsnog is evenals in 2020 rekening gehouden met een structurele stelpost van € 90.000 opgenomen in het jaar 2023.
- Voor het realiseren van een nieuwe brandweerkazerne c.q. carnavalsloods/gemeentewerkplaats is in het dekkingsplan in het jaar 2022 een structurele stelpost van € 89.000 opgenomen.
- De structurele opbrengst voor de leges omgevingsvergunningen is in deze begroting verlaagd met € 200.000 met het oog op de komst van de Omgevingswet en de wet Kwaliteitsborging Bouwen. Gelet op de verwachte bouwvolumes in 2021 verwachten wij dezelfde opbrengst als in 2020 nog wel eenmalig te kunnen halen.
- Ten opzichte van de begroting 2020 is voor Dethon in 2021 een verhoging van het aandeel van Hulst in het nadelig saldo opgenomen van € 250.000 tot in totaal € 500.000. Wij verwachten dat het huidige transformatieproces binnen Dethon nog onvoldoende kan bijdragen tot een verdere terugdringing van het tekort in 2021. Deze extra last kan vooralsnog worden opgevangen binnen de totale lasten en baten voor het Sociaal Domein, met name vanuit de BUIG-gelden.
- In deze begroting is nog geen rekening gehouden met een stijging van de kosten voor openbare verlichting door een nieuwe aanbesteding.
- De financiële gevolgen voor de opwaardering van de Dullaertwijk zijn nog niet bekend. Ook is in deze begroting hiervoor nog geen budget opgenomen.
- De baten en lasten voor het Sociaal Domein blijven in 2021 in evenwicht. Wel zijn er taakstellende ombuigingen in deze begroting opgenomen voor met name de Jeugdzorg en WMO. Daardoor is er geen onttrekking aan de egalisatiereserve Sociaal Domein benodigd.
- De taken voor Beschermd Wonen worden op dit moment uitgevoerd door een aantal centrumgemeenten. Vanaf 2021 krijgen mensen met psychische stoornis toegang tot de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Daartoe wordt € 465 miljoen uit het gemeentefonds genomen en overgeheveld naar de WLZ. Ook is besloten dat jeugdigen met een psychische stoornis vanaf een nog nader te bepalen tijdstip onder de WLZ vallen. Welke budgettaire gevolgen dit voor gemeenten heeft, is nog niet duidelijk. De overige taken van Beschermd Wonen zullen vanaf 2022 overgaan van centrumgemeenten naar alle gemeenten voor nieuwe cliënten met een ingroeipad van 10 jaar.
Dekkingsplan meerjarenraming 2021-2024
DEKKINGSPLAN MEERJARENRAMING 2021-2024 | |||||
Nr. | Onderwerp (-/-=nadeel): | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
1 | Voorjaarsnota 2020 | 295.334 | |||
2 | Verschil met ontwerpbegroting 2021 | -405.337 | |||
3 | Structureel begrotingssaldo ontwerp-begroting 2021 | -110.003 | 55.997 | 178.997 | -18.003 |
4 | Gemeentefonds (stand septembercirculaire 2020) | 104.000- | 18.000 | 21.000- | |
5 | Uitkomst onderzoek Jeugdzorg (2022-2023) | 340.000 | - | ||
6 | Lagere uitkering Sociaal Domein vervallen extra bijdrage Jeugdzorg | 340.000- | |||
7 | OZB woningen (ipv riool €6 extra ca. 5% in 2021/2022, 2023/2024 3%) | 86.000 | 184.000 | 98.000 | 98.000 |
8 | Ombuigingen decentralisatietaken Sociaal domein onderdeel Jeugd | 250.000 | |||
9 | Overschot sociaal domein in reserve | 250.000- | |||
10 | MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) Wegen | -50.000 | -50.000 | 50.000- | |
11 | Stelpost gemeenschappelijke regelingen (Investeringen VRZ) | -28.000 | -28.000 | ||
12 | Indexeren subsidiebeleid cfm VZG richtlijn | 40.000- | 40.000- | 40.000- | |
13 | Haven in Walsoorden | -90.000 | |||
14 | Hulst voor Elkaar (Overhead en ICT-outsourcing) | 50.000 | 200.000 | ||
15 | OZB niet-woningen, tariefaanpassing 3% in 2022 en 3% in 2023, 3% 2024 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | |
16 | Fysieke leefbaarheid + taakmutaties(restant stelpost NTC) | 30.000 | |||
17 | Huisvesting voortgezet onderwijs | -225.000 | |||
18 | Brandweerkazerne/carnavalsloods | -89.000 | |||
19 | Bedrijfsvoering (OAB) | 70.000 | |||
Nieuw structureel begrotingssaldo (-/- = nadeel) | 55.997 | 178.997 | -18.003 | 18.997 | |
Incidentele lasten/baten: | |||||
20 | Saldo incidenteel (zie aparte toelichting) | -233.763 | |||
21 | Kasschuif opschalingskorting | 183.000 | |||
22 | Stelpost Informatiebeleidsplan 2018-2022 (incidenteel) | -200.000 | |||
23 | Onvoorzien (incidentele onderuitputting 140k structureel) | 50.000 | 50.000 | ||
Nieuw incidenteel saldo (-/- = nadeel) | -50.763 | -150.000 | 50.000 | 0 | |
Saldo begroting betreffend jaar (-/- = nadeel) | 5.234 | 28.997 | 31.997 | 18.997 |
Toelichting voorgesteld dekkingsplan 2021-2024
In onderstaande toelichting is een relatie gelegd met het dekkingsplan 2020-2023 vanwege het feit dat de daarin opgenomen maatregelen nog steeds doorwerken in de begroting 2021.
- Dit betreft het structurele saldo 2021 zoals gemeld in de Voorjaarsnota 2020.
- Naast de maatregelen uit dit dekkingsplan onder de punten 4 t/m 23 (€ 263.000 voordeel) is er nog een nadelig verschil van € 405.337 in 2021 ten opzichte van het structureel nadelig saldo gepresenteerd in de Voorjaarsnota 2020. In de verschillenanalyse in het volgende hoofdstuk vindt u een overzicht van deze verschillen.
- Het structureel saldo van de ontwerp-begroting 2021 komt uit op een nadeel van € 110.003.
- De uitkeringen uit het gemeentefonds kunnen jaarlijks schommelingen vertonen. De jaarlijkse verschillen die in dit overzicht zijn opgenomen zijn conform de laatst bekende stand in de septembercirculaire 2020 en betreffen de verschillen voor alle uitkeringen. Een groot deel van de uitkeringen voor het Sociaal Domein is sedert 2019 immers naar het algemene deel overgeheveld. Overigens is nog geen rekening gehouden met de herverdeling van het gemeentefonds, waarvan de verwachting is dat vanaf 2022 de baten vanuit het gemeentefonds en dan met name voor het sociaal domein sterk zullen dalen. De uitkomsten hiervan zijn echter bij het opstellen van deze begroting nog niet bekend.
- Er komt een onderzoek of de tekorten in de jeugdzorg al dan niet structureel zijn. In afwachting van dat onderzoek naar de kostenontwikkeling in de jeugdzorg verstrekt het Rijk voor de jaren 2019 t/m 2021 aan de gemeenten een extra bijdrage voor de tekorten op Jeugdzorg.
- Door het Rijk is een richtlijn gegeven aan de toezichthouder (de Provincie) dat de gemeenten in afwachting van het onder 5 genoemde onderzoek de extra bijdrage voor Jeugdzorg structureel mogen ramen in hun meerjarenraming. De gemeente moet daarnaast echter ook zelf ombuigingsmaatregelen nemen. Daarvoor hebben wij in deze programmabegroting reeds taakstellende ombuigingen in het programma Sociaal Domein en met name op de lasten voor Jeugdzorg opgenomen.
- In de meerjarenraming 2020-2023 was voor de jaarschijven 2021 t/m 2023 rekening gehouden met een prijsindexering van 3% voor de OZB (woningen en niet-woningen). In de jaarschijf 2021 is dit al verwerkt in de cijfers op het onderdeel Algemene Dekkingsmiddelen. Daarnaast is in dit dekkingsplan een verdere stijging van 2% opgenomen voor de jaren 2021 en 2022. Om de lastendruk voor de burgers niet te hoog te laten oplopen, wordt de gebruikelijke extra stijging van de rioolheffing met € 6 voor deze jaren niet doorgevoerd.
- De kosten voor het Sociaal Domein en dan met name de Jeugdzorg zijn sinds de overheveling van deze taken naar de gemeente behoorlijk gestegen. De inkomsten voor deze taken zijn na 2015 daarentegen behoorlijk gedaald. In deze begroting is reeds een taakstellende ombuiging van € 500.000 opgenomen. In 2022 is een verdere ombuiging van € 250.000 nodig, mede vanwege de dalende inkomsten vanuit het gemeentefonds. Na de herverdeling van dit fonds zullen de baten naar verwachting nog verder dalen. De kosten voor het Sociaal Domein en dan met name de Jeugdzorg zijn sinds de overheveling van deze taken naar de gemeente behoorlijk gestegen. De inkomsten voor deze taken zijn na 2015 daarentegen behoorlijk gedaald. In deze begroting is reeds een taakstellende ombuiging van € 500.000 opgenomen. In 2022 is een verdere ombuiging van € 250.000 nodig, mede vanwege de dalende inkomsten vanuit het gemeentefonds. Als middel om deze ombuigingen te kunnen realiseren is aan uw gemeenteraad een 15 puntenplan voorgesteld. Streven is om daar in 2021 (deels) uitvoering aan te geven. Na de herverdeling van dit fonds zullen de baten naar verwachting nog verder dalen.
- In deze begroting zijn de baten en lasten voor het sociaal domein in evenwicht. Daardoor is er geen onttrekking aan de egalisatiereserve nodig. Wij verwachten echter na de herverdeling van het gemeentefonds vanaf 2022 minder middelen te ontvangen voor de taken in het sociaal domein. Om hiervoor de buffer in de egalisatiereserve te vergroten worden alle voordelen hierin gestort.
- Bij het analyseren en doorrekenen van het Meerjaren Investeringsplan Wegen (MIP) is gebleken dat er dit jaar geen extra storting plaats moet vinden. Dit als gevolg van vertraging in de uitvoering van verschillende projecten, aanbestedingsvoordelen en de op dit moment beschikbare reserve. In de komende jaren wordt het duurzame beleid om jaarlijks € 50.000 extra te storten voortgezet.
- De Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) zal in 2022 en 2023 noodzakelijke investeringen te moeten doen in hun materieel. In 2021 is eveneens rekening gehouden met een verhoging van de bijdrage aan de VRZ.
- Bij de vaststelling van het nieuwe subsidiebeleid is besloten de subsidie voor professionele organisaties jaarlijks te indexeren conform de VZG-richtlijn zoals die jaarlijks wordt vastgesteld voor de gemeenschappelijke regelingen.
- Afhankelijk van de onderhandelingen met diverse betrokken partijen om een duurzame oplossing te bewerkstelligen voor de haven van Walsoorden is in 2023 een stelpost opgenomen voor de dekking van een eventueel benodigd investeringskrediet.
- Samen met de stichting Hulst voor Elkaar gaan we onderzoeken of er nog meer synergievoordelen tussen beide organisaties kunnen worden behaald. In eerste aanleg wordt hiervoor kritisch gekeken naar de overheadlasten bij de stichting.
- Gelet op het beleid Zeeuws gemiddelde gaan we voor de OZB niet-woningen naast de reguliere indexering uit van een aanvullende aanpassing van de tarieven met 3% in de jaren 2022-2024. Conform de bestaande meerjarenraming is voor 2021 een stijging van de opbrengsten van 5% opgenomen.
- In de meerjarenraming was onder Nader te concretiseren beleidsvoornemens extra budget opgenomen voor b.v. projecten fysieke leefbaarheid. Op dit moment schatten we in dat deze extra budgetten deels niet meer nodig zijn.
- Samen met het voortgezet onderwijs is een transitieplan "Voortgezet Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen" opgesteld. Een onderdeel hiervan is een onderzoek naar de huisvestingsproblematiek in Hulst. Met name de locatie Gildenstraat is in onderhoud en beheer een te grote kostenpost. Samen met het voortgezet onderwijs zijn we een onderzoek gestart naar oplossingen hiervoor, een en ander conform het transitieplan. Deze onderzoeksfase en de bijbehorende financiële gevolgen zijn nog niet afgerond. Vooruitlopend hierop heeft het college onder voorwaarde van financiële haalbaarheid een bijdrage genoemd van € 225.000 structureel (kapitaallasten).
- In de voorjaarsnota 2020 was onder verwachte ontwikkelingen een stelpost opgenomen voor het realiseren van een nieuwe brandweerkazerne c.q carnavalsloods/gemeentewerkplaats. Afhankelijk van verdere besluitvorming is deze stelpost opgenomen in het dekkingsplan.
- Onderzoek naar de mogelijkheden om de bedrijfsvoeringslasten aan Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB) toe te rekenen, kan betekenen dat een verdere ombuiging mogelijk is. Jaarlijks is er financiële ruimte binnen het toegekende budget voor OAB.
- Een gedetailleerd overzicht van de incidentele lasten en baten vindt u in het volgende hoofdstuk.
- Door het Rijk is de opschalingskorting voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de jaren 2020 en 2021 niet doorgevoerd.
- Betreft de incidentele lasten voor opleidingen, implementatie en begeleiding van projecten uit het Informatiebeleidsplan 2018-2022.
- De post Onvoorzien ad € 140.000 structureel wordt eenmalig verlaagd in 2022 en 2023 met € 50.000.
Nader te concretiseren beleidsvoornemens (NTC)
Nader te concretiseren beleidsvoornemens
Naast de mutaties op het dekkingsplan in de jaren 2021-2024 is er op de post Onvoorzien, onderdeel Nader te concretiseren beleidsvoornemens (NTC) in 2021 nog een stelpost van afgerond € 587.000 (structureel € 655.000) opgenomen voor beleid dat nog nadere invulling behoeft, voordat dit op de programma’s kan worden geraamd. Hierin is de ombuiging uit het dekkingsplan van € 30.000 reeds verwerkt. De stelposten zijn geraamd onder “Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien”. Het gaat daarbij om de volgende stelposten:
Overzicht Nader te concretiseren beleidsvoornemens | ||||
Stelpost | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Fysieke Leefbaarheid | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
Onderhoud kunstgras | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Taakmutaties AU (Inburgering, WMO ) | 112.000 | 112.000 | 112.000 | 112.000 |
Onkruidbestrijding | 35.000 | 35.000 | 35.000 | 35.000 |
Recreatiestranden | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Vervangingsinvesteringen (ICT, materieel) | 120.000 | 171.000 | 171.000 | 171.000 |
Leefbaarheid dorpen en wijken | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Verhoging salarissen/pensioenen | 155.000 | 205.000 | 205.000 | 205.000 |
Zorgmeldpunt/Participatieplan | 50.000 | - | - | - |
Rente investeringen MIP | - | 42.000 | 42.000 | 42.000 |
Nieuwe wensen economie/toerisme | 35.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Subsidie Vestrock (ivm cofinanciering) | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 |
Totaal Nader te concretiseren beleidsvoornemens | 587.000 | 655.000 | 655.000 | 655.000 |